Doorkijkpaneel 6. Larsen
NOOIT MEER HONGER
De IJsselmeerpolders waren oorspronkelijk bedoeld als landbouwgebied. Een belangrijk doel van het Zuiderzeeproject was het voorkomen dat Nederland opnieuw te maken zou krijgen met voedselgebrek of hongersnood, zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog. Door grote akker- en tuinbouwgebieden te ontwikkelen, met talloze boerderijen en dorpen, zou Nederland meer zelfvoorzienend worden.
OP FIETSAFSTAND
De inrichting van de eerste IJsselmeerpolders was afgestemd op hun agrarische functie. In de Noordoostpolder, die in 1942 droogviel, is één middelgrote woonkern gebouwd; dat is Emmeloord. Rondom deze centrale kern liggen tien kleinere dorpen; Marknesse, Tollebeek, Rutten, Bant, Nagele, Luttelgeest, Creil, Urk, Espel en Kraggenburg. Deze hebben allemaal hun eigen voorzieningen. Achterliggende gedachte was destijds dat de polderbewoners zich vooral per fiets zouden verplaatsen. Iedere boerderij moest dus op fietsafstand van een dorp liggen, zodat de mensen makkelijk gebruik konden maken van de voorzieningen in het dorp.
N…
NOOIT MEER HONGER
De IJsselmeerpolders waren oorspronkelijk bedoeld als landbouwgebied. Een belangrijk doel van het Zuiderzeeproject was het voorkomen dat Nederland opnieuw te maken zou krijgen met voedselgebrek of hongersnood, zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog. Door grote akker- en tuinbouwgebieden te ontwikkelen, met talloze boerderijen en dorpen, zou Nederland meer zelfvoorzienend worden.
OP FIETSAFSTAND
De inrichting van de eerste IJsselmeerpolders was afgestemd op hun agrarische functie. In de Noordoostpolder, die in 1942 droogviel, is één middelgrote woonkern gebouwd; dat is Emmeloord. Rondom deze centrale kern liggen tien kleinere dorpen; Marknesse, Tollebeek, Rutten, Bant, Nagele, Luttelgeest, Creil, Urk, Espel en Kraggenburg. Deze hebben allemaal hun eigen voorzieningen. Achterliggende gedachte was destijds dat de polderbewoners zich vooral per fiets zouden verplaatsen. Iedere boerderij moest dus op fietsafstand van een dorp liggen, zodat de mensen makkelijk gebruik konden maken van de voorzieningen in het dorp.
NIEUWE INZICHTEN
Begin jaren vijftig waren er plannen om Oostelijk Flevoland net zo in te richten als de Noordoostpolder: één centrale woonkern, namelijk Dronten, met daaromheen tien dorpen. In de loop van de jaren vijftig nam het autobezit echter sterk toe en werden de bewoners steeds mobieler. Bovendien nam, door de mechanisatie van de landbouw, het aantal landarbeiders af. Het was niet langer nodig om voorzieningen op fietsafstand van de boerderijen te ontwerpen en te bouwen. Van de geplande dorpen rondom Dronten werden uiteindelijk alleen Swifterbant en Biddinghuizen gebouwd.
AAN ALLES GEDACHT
Het laatste dorp dat van de kaart verdween was Larsen. Dit gebeurde op de valreep. De stedenbouwkundige en hoogleraar Niek de Boer (1924-2016) was in oktober 1964 klaar met zijn ontwerp voor het dorp Larsen. Het dorp zou ten zuidwesten van Dronten moeten verrijzen.
VOORZIENINGEN
Je kijkt nu richting het dorp. Zo zou het dorp er uit gezien kunnen hebben. Een dorp met 640 woningen voor circa 2300 mensen. Aan alles was gedacht, drie schoolgebouwen, 10 tot 15 winkels, een medisch centrum, een bibliotheek, een woonhuis voor de verpleegster, een diepvrieshuis en een postagentschap. Er waren drie grote kerken gepland en - zoals geschreven staat in het dorpsplan van De Boer - ‘misschien nog een enkele kleine kerk erbij…’
NOOIT GEBOUWD
Er werd zelfs al zand opgespoten op het terrein waar Larsen gebouwd zou worden. Begin 1965 besloot de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders Larsen te schrappen. Tussen 1956 en 1959 is Larsen op verschillende locaties ingepland op de kaart van Flevoland. In eerste instantie zou het tussen Lelystad en Swifterbant komen te liggen. Later leek de ligging in het huidige Larserbos het meest waarschijnlijk. Iets verderop van waar je nu staat is een zanddepot aangelegd wat nu bekend staat als het Heggenlandschap van stichting Het Flevolandschap. Dit was mogelijk de beoogde startlocatie voor de ontwikkeling van Larsen.